Geschreven door HuisAssist.
In 2020 is de huizenmarkt krapper geworden volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het kadaster op basis van de nieuwe cijfers. In 2020 zijn er meer woningen boven de vraagprijs verkocht en daarnaast staan de woningen vaak minder lang te koop. Overbieden is normaal geworden.
In 2020 werd de helft van de woningen verkocht boven de vraagprijs en slechts 38 procent van de huizen ging onder de vraagprijs weg. Dat is een groot verschil met vijf jaar geleden, toen 87 procent van de woningen onder de vraagprijs werd verkocht, tegenover slechts 7 procent erboven.
Niet alleen in Amsterdam
De afgelopen jaren werden vooral huizen in Amsterdam en andere grote steden verkocht voor een bedrag boven de vraagprijs. In 2017 werd slechts in 4 procent van de gemeenten meer betaald dan de vraagprijs. Echter constateert het CBS dat in 2020 dit is opgelopen naar 70 procent van de gemeenten waar een hoger bedrag wordt betaald dan de vraagprijs.
Het aantal gemeenten waar gemiddeld meer dan 2 procent boven de vraagprijs werd betaald stond in 2020 op 50 van de 355 gemeenten. Ter illustratie, in 2016 was dit in geen enkele gemeente het geval.
Aanbodtijd wordt korter
Vijf jaar geleden stonden huizen gemiddeld tien maanden te koop. Tegenwoordig is de gemiddelde aanbodtijd in Nederland twee maanden. In geen enkele gemeente kwam de gemiddelde aanbodtijd boven de drie maanden.
De huizenprijzen stijgen doordat de vraag blijft toenemen en het aanbod van woningen is afgenomen. Daarnaast zijn de hypotheekrentes laag waardoor huizenkopers meer te besteden hebben. Al deze factoren leidde ertoe dat in 2020 bijna 244.000 huizen werden verkocht. Een record.
Bron: CBS, Kadaster.