Uit onderzoek van het Kadaster en de Erasmus Universiteit Rotterdam is gebleken dat starters op de woningmarkt een aanzienlijk grotere kans maken om een huis te bemachtigen wanneer vastgoedbeleggers niet mogen meebieden. Het opkoopverbod dat door gemeenten is ingesteld, heeft geleid tot minder concurrentie van beleggers met diepere zakken, waardoor starters meer mogelijkheden krijgen om een woning te verwerven en hun woonwens te realiseren.
Stagnatie door haperende nieuwbouw en bouwmaterialentekort
Een van de belangrijkste oorzaken van de stagnatie op de woningmarkt is de problematiek in de nieuwbouwsector. Door een combinatie van factoren, zoals een gebrek aan bouwmaterialen, gestegen bouwkosten en de impact van de stikstofcrisis, is het aanbod van nieuwbouwwoningen aanzienlijk verminderd. Hierdoor blijft het aantal beschikbare woningen achter bij de vraag, wat resulteert in een vastgelopen woningmarkt en beperkte doorstroming.
Impact van zelfbewoningsplicht
Gemeenten hebben sinds begin 2022 de mogelijkheid om zelfbewoningsplicht in te stellen voor bestaande woningen, waardoor deze niet verhuurd mogen worden. Hoewel deze maatregel bedoeld is om concurrentie van beleggers te beperken en de toegankelijkheid voor starters te vergroten, heeft dit ook negatieve gevolgen gehad voor huurders en kopers. Huurders met een middeninkomen ervaren namelijk een beperkt aanbod op de vrije huurmarkt, terwijl kopers geconfronteerd worden met een verminderde keuzevrijheid en stijgende prijzen door de beperkte beschikbaarheid van woningen.
Uitdagingen voor starters en huurders
De combinatie van het opkoopverbod voor beleggers, de problemen in de nieuwbouwsector en de zelfbewoningsplicht vormt een uitdaging voor zowel starters als huurders op de woningmarkt. Starters profiteren van de verminderde concurrentie van beleggers, maar worden nog steeds geconfronteerd met een beperkt aanbod en hoge prijzen. Huurders, met name die met een middeninkomen, hebben moeite om een passende huurwoning te vinden door het beperkte aanbod op de vrije huurmarkt en de stijgende huurprijzen.
Noodzaak voor beleidsmaatregelen en stimulering
Om de woningmarkt in Nederland weer in beweging te krijgen en de toegankelijkheid voor zowel starters als huurders te verbeteren, is het essentieel dat gemeenten en beleidsmakers verdere maatregelen nemen. Dit kan onder andere betrekking hebben op het stimuleren van nieuwbouwprojecten, het versoepelen van bouwbeperkingen, het creëren van meer mogelijkheden voor huurders met een middeninkomen en het bevorderen van een gezonde doorstroming op de woningmarkt.
Het stimuleren van nieuwbouwprojecten is van cruciaal belang om het aanbod van woningen te vergroten en de druk op de woningmarkt te verlichten. Hierbij is het belangrijk om bouwbeperkingen aan te pakken en te zorgen voor voldoende bouwmaterialen en vakmensen. Daarnaast kunnen gemeenten investeren in het creëren van meer betaalbare huurwoningen en sociale woningbouw om huurders met een middeninkomen tegemoet te komen.
Een andere mogelijke maatregel is het versoepelen van regelgeving en het verminderen van administratieve lasten voor projectontwikkelaars, zodat zij sneller en efficiënter kunnen bouwen. Dit kan helpen om de nieuwbouwproductie op te schalen en de woningvoorraad op peil te brengen.
Daarnaast is het van belang om de financiële drempels voor starters te verlagen. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door het verlagen van de overdrachtsbelasting voor starters of het introduceren van startersleningen met gunstige voorwaarden.
Het aanpakken van de woningnood en het bevorderen van een gezonde woningmarkt vereist een gecoördineerde inspanning van de overheid, gemeenten, projectontwikkelaars en andere belanghebbenden. Door samen te werken en effectieve maatregelen te nemen, kan de woningmarkt weer in beweging komen en kunnen zowel starters als huurders meer kansen krijgen om een passende woning te vinden.